De jonge Mozart, bewust van zijn talenten, verveelde zich in Salzburg en beklaagde zich over de kwaliteit van het plaatselijke muziekleven. In een brief van 7 augustus 1778, enkele weken na de dood van zijn moeder, schreef hij aan Abbé Franz Joseph Bullinger: “Sie wissen, bester Freund, wie mir Salzburg verhasst ist … weil ich überall mehr Hoffnung habe vergnügt und glücklich leben zu können. Salzburg ist kein Ort für mein Talent.”
Niettemin voldoet de componist plichtsbewust aan de gestelde arbeidsvoorwaarden en componeert de Mis in C voor Paaszondag, in 1779 uitgevoerd in de Salzburger Dom. Dezelfde mis weerklonk in 1791 nogmaals in Praag bij de kroning van Keizer Leopold II tot koning van Bohemen, waardoor deze compositie als Krönungsmesse de geschiedenis inging. Voor dit werk stelde de opdrachtgever een dwingende voorwaarde: de mis (muziek) mocht niet langer dan drie kwartier duren…
Christ lag in Todes Banden of “Christus lag in de strikken van de dood”, is de eerste cantate voor Pasen van Johann Sebastian Bach. Het gaat om een vroeg werk van Bach (1707) en is gebaseerd op de gelijknamige hymne van Maarten Luther. Later heeft Bach de cantate nog bewerkt voor de uitvoering op Pasen 1724 in de Thomaskerk en de Nicolaaskerk in Leipzig. Alleen deze tweede versie is bewaard gebleven.
Programma:
W.A. Mozart – Krönungsmesse KV317
J.S. Bach – Cantate BWV4 Christ lag in Todes Banden (selectie)
G.F. Handel – Hallelujah
Uitvoerders:
Octopus Kamerkoor
Euterpe Baroque Consort
Bart Van Reyn, dirigent