Sergej Rachmaninov, vooral bekend om zijn pianoconcerten en symfonieën, componeerde de Vespers in 1915. Het werk is een verzameling van vijftien gezangen voor de nachtwake van Pasen. De teksten en melodieën zijn afkomstig uit de oeroude Russisch-orthodoxe mystieke en muzikale traditie.
De Vespers volgen de canonieke gebedsuren: de Vespers (beweging 1-6), Metten (7-14) en Prime (15). De Vespers reflecteren op het idee van Christus als het Licht van de Wereld. De Metten mediteren over ideeën van Christus in menselijke vorm en uiteindelijk brengt de Opstanding van Christus ons naar de dageraad en naar de Prime, het eerste uur van de dag.
Rachmaninov schreef de Vespers in een onrustige tijd. De Eerste Wereldoorlog was net begonnen en intern rekende Rusland nog steeds af met de gevolgen van de Revolutie van 1905.
Rachmaninov was zelf niet bijzonder religieus, maar had wel een diepe liefde voor de muziek en rituelen van de Orthodoxe Kerk meegekregen door zijn bezoeken aan de kerken van Sint-Petersburg in gezelschap van zijn vrome grootmoeder. Wellicht vonden alle Russen, religieus of niet, troost in de prachtige muziek van de Vespers toen tegen 1915 de duizelingwekkende verliezen van de Russische keizerlijke troepen tijdens de Eerste Wereldoorlog duidelijk werden.
De Vespers werden warm ontvangen in Moskou en vijf keer herhaald binnen een maand na de première. Later veranderde de Bolsjewistische Revolutie van 1917 het keizerlijke Rusland in een niet-religieuze Sovjetstaat en werden de Vespers van Rachmaninov grotendeels vergeten tot 1965.
Toen maakte Alexander Sveshnikov de eerste opname van het werk met het Koor van de Russische Staatsacademie. De opname was niet te koop in de USSR en werd alleen verkocht als exportartikel in het Westen, waar het snel een succes werd. De emotionele kracht van het werk en de lage basstemmen die nodig waren om het uit te voeren, verbaasden het Westerse publiek.
Zelfs naar Russische maatstaven zijn de baspartijen zéér laag. Toen hem in 1915 de manuscriptpartituur werd getoond, schudde de oorspronkelijke dirigent van het werk zijn hoofd en zei: “Waar vinden we in vredesnaam zulke bassen? Ze zijn zo zeldzaam als asperges met Kerstmis!”.